
Foto: Shutterstock
Enkele weken geleden hebben we een nota bezorgd aan de overheid over een kwalitatieve en verantwoorde integratie van de apothekers in de nationale teststrategie voor COVID-19. Die nota, waarmee rekening is gehouden en die geapprecieerd wordt (zo is ons bevestigd) baseert zich op de strategie van snelle antigeentests, is wetenschappelijk onderbouwd, houdt rekening met de ervaringen in het buitenland (vooral Frankrijk) en stelt het apotheekkanaal voor om de druk op de PRC-tests en de andere zorgverstrekkers, die overbevraagd zijn in de winter, te verlichten.
Als verantwoordelijke sector brengt dat aanbod een hoop werk teweeg: het ontwikkelen van protocollen, het zorgen voor het coderen van gegevens, het organiseren van trainingen door beroepsverenigingen en opleidingsinstituten, en het onderhandelen met de overheid… waar we mee bezig zijn.
Verbijstering
In die eerder constructieve context hebben we tot onze verbijstering het voorontwerp van een wet over snelle antigeentests en zelftests ontvangen. Daaruit blijkt dat het apotheekkanaal is uitgesloten van de lijst van mogelijke lokale verdelers van sneltests. Dat is onbegrijpelijk!
Laat ons duidelijk zijn: dat de overheid het juridische vacuüm voor de verkoop van die sneltests aan particulieren opvult, is in het kader van de nationale strategie een goede zaak. We begrijpen ook, gezien de strategie van tracing, dat de verkoop van zelftests (en/of sneltests die niet voor het publiek bestemd zijn) die door de burger zelf worden uitgevoerd, opnieuw verboden is. We verwijzen daarvoor naar al onze mededelingen over dit onderwerp in de afgelopen weken.
Maar in het licht van die beperkingen begrijpen wij niet dat het apotheekkanaal wordt uitgesloten van de verkoop van sneltests aan personen die bevoegd zijn om ze uit te voeren. Verschillende apothekers hebben aanvragen ontvangen van artsen uit hun omgeving. Zij mogen die aanvragen dus niet meer tegemoet komen? Op straffe van aanzienlijke boetes en/of gevangenisstraf? Laten we ernstig zijn!!
Op 9 december hebben we daarover een onderhoud gehad met het kabinet, het RIZIV en de voorzitter van de Task Force ‘Testing’. Tijdens dat onderhoud werd de mogelijkheid geopperd om de uitsluiting van het apotheekkanaal via een amendement op het wetsvoorstel te schrappen. We stellen echter vast dat die bepaling niet geschrapt is in het voorontwerp van wet dat door de commissie volksgezondheid is goedgekeurd. Vandaar ons onbegrip. Dit voorontwerp moet morgenmiddag nog door de plenaire commissie van het Parlement worden behandeld…
Toch nog een mogelijkheid
Het kabinet heeft ons laten weten dat er besprekingen zullen worden gevoerd met onze sector over COVID-testing en dat het wetsvoorstel wel degelijk de mogelijkheid biedt van een latere wijziging via een Koninklijk Besluit. Deze wet sluit dus geen enkele toekomstige ontwikkeling uit. Het kabinet wacht op een signaal van ons over de voortgang van onze voorbereidende werkzaamheden... die binnenkort klaar zijn.
Indien de overheid zou besluiten om ons kanaal niet te gebruiken in de teststrategie, in tegenstelling tot wat in veel Europese landen gebeurt, dan vinden we dat er een grote kans gemist wordt - ook voor een gemakkelijke toegang voor de bevolking – en zullen we daar nota van nemen. Het bewijs van onze mogelijke bijdrage en van onze troeven, vooral op het vlak van toegankelijkheid, snelheid, nabijheid, kwaliteit, ... kan niet blijvend ontkend worden door de politiek, tijdens een crisis zoals deze... We zullen niet nalaten om te wijzen op de negatieve gevolgen die het blijvende gebrek aan interesse (het eerste voorstel dateert van april 2020!) voor het constructieve aanbod van onze sector, kan hebben op de crisis!
Ondertussen blijven we ons focussen op andere onderwerpen die in de beleidsnota aan bod komen en die voor apothekers nog belangrijker zijn. We hopen dat de besprekingen daarover in hetzelfde positieve klimaat gebeuren als dat waarin de stabilisering van de economische marge werd toegekend.
(Bron: APB)