Foto: Shutterstock
Het Grondwettelijk Hof heeft het vernietigingsberoep verworpen dat het artsensyndicaat BVAS had aangetekend tegen de wet van 28 februari 2022, die de apotheker – onder bepaalde voorwaarden – toestaat om covidvaccins voor te schrijven en toe te dienen in de apotheek. BVAS was van mening dat de wet een aantal grondwettelijke rechten schendt. Het Grondwettelijk Hof verwerpt evenwel systematisch de argumentatie van BVAS.
Bescherming van de gezondheid
BVAS meende vooreerst dat de wet een schending inhield van artikel 23 van de Grondwet, dat iedereen het recht op bescherming van de gezondheid garandeert. Volgens het artsensyndicaat zou dat recht in gevaar komen “als de vaccinatie wordt uitgevoerd door een zorgverstrekker, in casu de apotheker, die niet gekwalificeerd is om medische problemen ten gevolge van de vaccinatie op te sporen omdat hij of zij daarvoor onvoldoende opgeleid is."
BVAS haalde nog andere argumenten aan om die stelling te ondersteunen, maar het Hof weerlegde ze allemaal en wijst er in zijn arrest op dat de apothekers verplicht zijn om een specifieke opleiding succesvol af te ronden vooraleer ze mogen vaccineren. Zoals we eerder al hebben gemeld, moet deze opleiding om de drie jaar worden herhaald.*
Bescherming van het privéleven
BVAS meende voorts dat de wet artikel 22 van de Grondwet – dat het recht op bescherming van het privéleven waarborgt – zou schenden, omdat de apotheker, door de aanwezigheid van andere cliënten, het medisch geheim niet kan waarborgen. Het Hof weerlegde ook dat argument en wees erop dat de apothekers moeten beschikken over een lokaal voor een vertrouwelijk gesprek.
Delen via e-mail