Mediplanet/Pharmaplanet

De zogenaamde 'dry run' die donderdag werd georganiseerd om de transport- en bewaarprocedure voor de verdeling van het coronavaccin van Pfizer te testen, is geslaagd en bracht geen grote problemen aan het licht. Dat zegt Dirk Ramaekers, die de taskforce "operationalisering COVID-19-vaccinatiestrategie" leidt. Er moeten wel nog enkele details worden bijgewerkt en het personeel, zeker in woonzorgcentra, moet de komende weken nog worden opgeleid met behulp van videofilmpjes.

Het Pfizer-vaccin wordt normaal gezien het eerste COVID-19-vaccin dat vanaf januari in ons land zal worden toegediend, in eerste instantie aan bewoners van woonzorgcentra en zorgpersoneel. Donderdag werd er met placebovaccins in vier ziekenhuishubs in ons land uitgetest of de procedure van levering, opslag in diepvriezers in het ziekenhuis, ontdooiing, transport naar de woonzorgcentra en vervolgens daar bewaring en toediening nog hiaten vertoont. Dat bleek volgens Ramaekers niet het geval.

"Een procedure uitschrijven is één ding, maar zo'n 'dry run' is toch nog iets anders - het was een spannende week", zegt Ramaekers. "Enkele details kunnen nog beter, maar de ziekenhuizen en woonzorgcentra beschikten grotendeels over het geschikte materiaal en alles is vlot verlopen. In de woonzorgcentra zijn de verantwoordelijken ook al goed op de hoogte, het verpleegkundig personeel heeft wel nog wat educatie nodig."

Het transport tussen het ziekenhuis en het woonzorgcentrum gebeurt door een gespecialiseerde firma, die "een zeer doorgedreven temperatuurlogging" moet kunnen voorleggen na levering, om te bewijzen dat de vaccins niet te warm zijn geworden. Om verspilling te voorkomen, moeten woonzorgcentra ook goed vooraf aangeven hoeveel dosissen ze exact nodig hebben voor de bewoners en personeelsleden die hebben aangegeven gevaccineerd te willen worden.

Voor vaccins van andere producenten zal volgens Ramaekers telkens een nieuwe procedure worden uitgeschreven en getest, aangepast aan de specificaties daarvan.