Het Europees Parlement en de 27 lidstaten hebben maandag een aanscherping van de uitlaatgasvervuilingsnormen voor personenauto's in de EU uitgesloten om de auto-industrie te behoeden voor extra kosten bij het investeren in elektrische voertuigen.
De nieuwe Euro 7-norm, die maandagavond werd goedgekeurd, verlaagt de emissiedrempels voor zware vrachtwagens en voert voor het eerst in Europa limieten in voor de uitstoot van deeltjes die worden veroorzaakt door slijtage van remmen en banden. Er worden ook minimale prestatievereisten vastgelegd voor de duurzaamheid van batterijen in elektrische en hybride auto's. Deze moeten ten minste 72 jaar meegaan en na 8 jaar of 160.000 kilometer minstens 72 procent van hun capaciteit behouden.
Het Parlement en de lidstaten moeten het akkoord nog formeel goedkeuren. De nieuwe regels gaan na hoogstens dertig maanden nadien voor auto's en bestelwagen en na vier jaar voor bussen en vrachtwagens. De regels gaan minder ver dan wat de Europese Commissie in november 2022 voorstelde.
De ngo Transport & Environment sprak in september over een "ramp voor de luchtkwaliteit" en regels die "de recordwinsten van de autobouwers boven de gezondheid van de burgers" zetten.
De autobouwers waarschuwden voor de impact van te strenge normen op de werkgelegenheid en op de prijs van de wagens, die steeds minder toegankelijk zijn voor de middenklasse. Geconfronteerd met enorme investeringen om een nieuw gamma van elektrische wagens te ontwikkelen in de concurrentie van Tesla en de Chinese fabrikanten willen ze bijkomende investeringen in verbrandingsmotoren die in elk geval verdwijnen.
Bron: belga
Delen via e-mail