Astma treft tientallen miljoenen mensen in Europa. Ouders hebben met astma is een belangrijke risicofactor: een nieuwe studie verklaart waarom.
In hun studie vonden de onderzoekers verschillende DNA-methyleringspatronen in de epitheelcellen van de lagere luchtwegen van volwassenen met astma van wie de moeder astma had, vergeleken met die van wie de moeder geen astma had.
De methyleringspatronen in die met astmatische moeders werden geassocieerd met verminderde expressie van immuun pathway genen. Deze immuunpathways worden geassocieerd met veranderde Helper 2 T-celsignalering. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen "Th2-hoge" astma, soms allergisch, met een overproductie van
Th2-cytokinen (IL-4, IL-5, IL-13), specifiek IgE, en verhoogde eosinofielen van het zogenaamde "Th2low" astma, dat weinig of geen eosinofilie heeft en gewoonlijk slecht reageert op inhalatiecorticosteroïden.
De studie werd uitgevoerd met cellen van volwassen patiënten, maar interessant genoeg werden de resultaten gerepliceerd in luchtwegepitheelcellen van een onafhankelijke groep kinderen. De onderzoekers menen dat de epigenetische veranderingen die bij de astmapatiënten werden waargenomen, zich waarschijnlijk tijdens de zwangerschap voordeden, en dat de blootstelling aan de omgeving van de astmatische moeder in de baarmoeder bepalend was voor hun vermogen om later in hun leven astma te ontwikkelen.
Delen via e-mail