Formulaire de recherche

Contingentering: the never ending story (VGSO)
04/08/2016 - 04:31

comments

1

De Vlaamse geneeskundestudenten betreuren de reactie van Franstalige geneeskundige studentenvertegenwoordiging op de uitspraak van de Raad van State omtrent de quota:

Ter informatie volgt eerst de reactie van de Franstalige geneeskundestudenten:

"1. Nous avons maintenant la confirmation que le Conseil d'Etat a remis en question le Numerus Clausus fédéral et plus précisément la façon dont le nombre de quotas INAMI a été arrêté pour les gens diplômés en 2021, à savoir les étudiants de première année.

Le numerus clausus fédéral (sélection INAMI au terme de la 6e/7e) imposait aux communautés une sélection des étudiants plus tôt dans le cursus en respectant ces quotas. Maintenant que ces quotas sont suspendus, la sélection (concours fin de première) qui en découlait est, de facto, suspendue.

2. La suite ? Concrètement, comment va réagir le gouvernement fédéral ? Il semble clair qu'il va devoir revoir sa façon de procéder et une pression importante s'exerce sur les épaules de Maggie De Block.

3. Face à cette brèche ouverte et à l'incertitude qui plonge les étudiants des autres années quant à la suppression (ou non) de leurs quotas INAMI, le Cium Etudiants Medecine a décidé d'étudier la question d'une attaque directe au conseil d'Etat contre TOUS LES QUOTAS FEDERAUX DE TOUTES LES ANNEES fixés actuellement. Si notre action se concrétise et abouti, tous les étudiants en médecine et dentisterie n'auront plus à craindre pour l'exercice de leur métier. Nous vous tiendrons au courant de la suite de notre action."

"Als Vlaamse studenten geneeskunde stellen wij ons grote vragen bij hun daadkracht om het volledige contingent aan te vallen en juridisch af te breken", schrijven de Vlaamse studentenvertegenwoordigers. "Verder betreuren wij de manier waarop zij reageren ten aanzien van het kabinet die een compromis-voorstel vooropstelde in 2014. Nu de laatstejaars studenten hun RIZIV-nummers hebben gekregen, keren ze hun rug, komen ze hun afspraken niet na en gaan ze zelf in de tegenaanval om het contingent teniet te doen."

Naar aanleiding hiervan heeft het Vlaams Geneeskundig StudentenOverleg (VGSO) het volgende opiniestuk geschreven:

Contingentering: the never ending story 

Al jarenlang sleept het dossier over beperking van het aantal afstuderende artsen aan. Er zijn al heel wat acties ondernomen om het contingent (= het aantal artsen dat een RIZIV-nummer mag krijgen aan het einde van de opleiding) te ondersteunen, maar daarnaast zien we ook acties die hier brandhout van proberen te maken. Er is een communautair onevenwicht in dit debat, waarbij in het noorden van het land voornamelijk voorstanders te vinden zijn van een beperking, en in het zuiden van het land eerder een tegenbeweging te zien is. Het is nochtans met goedkeuren van de Waalse regering dat, in 1996, de contingentering gestart is. De noodzaak van een beperking van het aantal artsen is talloze keren aangetoond: het indijken van het supplier induced demand-effect bespaart de maatschappij heel wat kosten en beschermt de patiënt tegen overbodige behandelingen. Ook de kwaliteit van de opleiding geneeskunde wordt door het contingent gewaarborgd: er is genoeg capaciteit om studenten adequaat te begeleiden en er zijn voldoende stageplekken om voldoende klinische ervaring op te doen. Dat de contingentering dus noodzakelijk is, staat voor ons buiten kijf.

We zijn nu twintig jaar later, en in de Waalse gemeenschap is er nog steeds geen waterdicht systeem om de quota na te leven. Dezelfde partij die destijds de contingentering mee heeft goedgekeurd, lijkt nu te strijden voor een maatschappij waarin deze niet bestaat. Als Vlaamse studenten geneeskunde kijken we met ongeloof naar de reactie van onze Franstalige collega-studenten die ‘elke vorm van contingentering’ willen aanklagen. Belgische opleiders en beleidsmakers hebben een verantwoordelijkheid om deze beperking effectief door te voeren. Helaas blijft het aan Franstalige zijde bij loze beloftes en theoretische planningen.

Wallonië heeft al enige tijd een niet-bindende oriënteringsproef die geen daadwerkelijk effect heeft. Hierdoor is er een overtal aan artsen ontstaan en werd het aantal RIZIV-nummers ontoereikend. Deze zijn noodzakelijk om prestaties te kunnen aanrekenen en zijn dus een vereiste om als arts te kunnen werken. Dit resulteerde in de zorgwekkende situatie waarbij er artsen dreigden af te studeren die hun beroep niet zouden kunnen uitoefenen. In 2014 waren de Franstalige studenten uiterst tevreden toen minister De Block een oplossing op tafel legde voor dit heikel probleem: een compromis waarbij de laatstejaars studenten toch een RIZIV-nummer zouden krijgen op voorwaarde dat de contingentering voortaan gerespecteerd zou worden, een filter zou geïnstalleerd worden en het overtal aan studenten zou gecompenseerd worden over de komende jaren (de zogeheten “negatieve lissage”). Nu deze groep studenten hun RIZIV-nummers hebben gekregen, worden de overige afspraken echter niet nageleefd en gaan de studenten zelfs in de tegenaanval om het contingent teniet te doen. Il faut le faire.

Dit jaar is er voor het eerst een tekort aan huisartsen aan Waalse zijde geconstateerd en wordt er moord en brand geschreeuwd. We willen de Waalse beleidsmakers en onze collega’s er dan ook op wijzen dat de gemeenschappen verantwoordelijk zijn voor de verdeling en invulling van de subquota. Voor dit tekort dient er dus niet naar de federale overheid gekeken te worden. De oplossing ligt niet in een toename van het contingent: meer studenten toelaten zal niet zomaar leiden tot een toename in het aantal huisartsen. In Vlaanderen heeft men dit probleem aangepakt door in te zetten op meer waardering voor het huisarts-beroep en promotie van de huisartsgeneeskunde (o.a. via een vroege introductie in het curriculum en meer stages). Hierdoor is er een geleidelijke cultuurverandering ontstaan die nu zijn vruchten afwerpt. Meer studenten kiezen nu voor de opleiding tot huisarts waardoor het tekort vermindert. In Wallonië bleef het beleid echter stilstaan waardoor de verantwoordelijken nu met de neus op de feiten worden gedrukt. Dat heet schuldig verzuim, en is niet de schuld van de federale overheid maar van de Franstalige beleidsmakers en opleiders. De contingentering nog meer met de voeten treden zal geen oplossing zijn: het is van groot belang dat dit probleem grondig en op lange termijn wordt aangepakt. Het is schrijnend om te zien hoe het gebrek aan verantwoordelijkheidszin niet enkel nadelig is voor studenten, maar ook voor patiënten en de gezondheidszorg in zijn geheel.

Het is dan ook onthutsend om vast te stellen dat onze Waalse collega’s alle vormen van contingent juridisch willen aanvallen. Uiteraard vragen ook wij, als Vlaamse studenten, om transparante en onderbouwde quota. Maar liever dan de feiten naast ons neer te leggen, denken we kritisch en constructief mee over de optimale invulling van de onontbeerlijke planning. We roepen onze Franstalige collega’s dan ook op om te stoppen met hun eeuwige gevecht tegen de noodzakelijke contingentering, hun verantwoordelijkheid te nemen en constructief mee te denken over de problemen en uitdagingen die voor de deur staan.

Namens de studenten Geneeskunde in Vlaanderen,

Het Bestuur van het Vlaams Geneeskundig StudentenOverleg

Joke Kuijk (VUB), Matthias Claeys (UGent), Jonas Brouwers (KULeuven), Miet Vandemaele  (UGent)

Ondersteund door verkozen delegatieleiders: Xavier Dumoulin (UA), Cynthia D’Hondt (VUB), Arne Hostens (UGent), Marijke Awouters (KULeuven) en Hanne Loyens (UHasselt)

Commentaire

Contingentering: the never ending story (VGSO)

De contingentering heeft er voor gezorgd dat er nu massaal buitenlandse,  liefst Oost-Europese artsen en soms met een bedenkelijk CV worden aangeworven tegen zeer lage lonen. In Vlaanderen zijn Nederlandse artsen ook bijzonder populair. Al deze buitenlandse artsen moeten zich al helemaal geen zorgen maken over de numerus clausus die voor Belgische artsen wel geldt, want er is vrij verkeer van personen in Europa. Alleen al het feit dat deze artsen vlotjes aan het werk worden gesteld in zowel Vlaamse, Waalse als Brusselse ziekenhuizen, is nog maar eens een bewijs dat het tekort, teveel of scheefgetrokken verhouding aan artsen een ideologische discussie is en niet noodzakelijk strookt met de trieste werkelijkheid. Een stijging van het aantal artsen zal het aantal potentiële patiënten en het aantal aandoeningen niet extra doen stijgen. Pat. X kan telkens maar bij 1 arts tegelijk op consultatie kunnen komen. Meer artsen zou minder patiënten per arts en een daling van het inkomen per arts betekenen, maar ik betwijfel sterk dat een Vlaamse pat. bij een Waalse arts zal aankloppen, gewoon omdat er meer Waalse artsen zouden zijn. De werkelijke dreiging voor het inkomen van onze Belgische artsen komt van de buitenlandse  artsen, niet van de artsen uit het andere landsdeel. Ik moet wel toegeven dat het systeem Marcourt een ramp is voor de Waalse studenten en waarschijnlijk nog vaak een aanleiding zal zijn voor rechtzaken. Onderwijs is nu eenmaal geregionaliseerd met alle perverse gevolgen van dien.